Ga naar de inhoud

1 april: de opening

    Met persoonlijke blik en ware woorden opende Dolph Kessler de tentoonstelling van Peggy Geway en Nanky de Vreeze.

    Birgit en Marcel hebben mij gevraagd om het openingswoord bij de tentoonstelling van Peggy Geway en Nanky de Vreeze te spreken. Na enige aarzelingen heb ik daarin toegestemd. Want ik ben per slot van rekening maar een eenvoudige fotograaf en heb niet zo heel veel verstand van kunst. Ik weet natuurlijk wel wat ik mooi vind maar om daar dan ook nog interessante dingen over te zeggen is wel wat anders. Ik weet dan gewoon toch te weinig van de moderne kunstgeschiedenis. Ik kan dus niet over het werk van Nanky of van Peggy zeggen dat het om die en die redenen overduidelijk is dat ze door de Blaue Reiter is beinvloed en dat ze waarschijnlijk in de beste tradities van het Neo Avonturisme haar eigen weg zijn gegaan. Dus kunsthistorisch inhoudelijk heb ik jullie niets te bieden. 

    Toch heb ik wel een thema gevonden waar ik mijn verhaal aan wil ophangen en dat is een constatering, die ik voor mijzelf elke keer weer ervaar, dat je jezelf altijd mee neemt in wat je ook doet en waar je ook bent. De grondlijnen van wie je bent liggen toch in hoofdzaak vast. Je kan de omstandigheden natuurlijk wel wijzigen of soms worden deze door invloeden van buitenaf indringend gewijzigd maar je blijft elke nieuwe situatie meestal toch op dezelfde manier tegemoet treden. Met die invalshoek ga over jullie beiden wat zeggen. 

    NANKY

    Ik begin met Nanky. Voor mij toch het gemakkelijkste, want ik ken haar een beetje.

    Ik heb Nanky leren kennen tijdens de ziekte van en vooral na het overlijden in 2019 van Zoltin Peeter, een Nederlandse kunstenaar die in Friesland woonde met wie wij beiden zeer nauw bevriend waren. De meeste hier hebben vast wel van Zoltin Peeter gehoord. Zoltin sprak altijd met heel veel waardering over Nanky en jullie waren ook goede vrienden. Hoe is dat zo gekomen? Als ik het goed onthouden heb is dat zo gegaan: Nanky zag ergens het werk van Zoltin en was daar helemaal weg van. Ze vroeg hem of hij bij haar wou exposeren. En Zoltin zou Zoltin niet zijn als hij daar niet direct JA op zei. Zo’n nieuwe galerie moest wel bij hem passen. En hij zei toen, ook om te kijken wat voor vlees hij in de kuip had, dat wil ik wel, maar dan moet jij in ieder geval 3 werken van mij verkopen. En Nanky zei heel spoedig daarna: OK, dat is goed, gaan we doen.

    Die eerste tentoonstelling, ergens eind jaren 80 of begin jaren 90 denk ik werd een mega succes. Er werden veel meer dan die 3 of 4 tekeningen verkocht. Daarmee was jouw vriendschap met Zoltin geboren. Ik denk altijd maar: jullie hebben elkaar ontmoet op het thema durf, je nek uitsteken, risico’s nemen en initiatief nemen. Dat deed Zoltin in zijn werk als beeldend kunstenaar en dat deed jij, Nanky in je galeriehouderschap. Zo nam je bijvoorbeeld afscheid van je goed lopende galerie aan de Prinsengracht om een galerie avontuur met Chris in Frankrijk aan te gaan.  

    Toen Zoltin overleden was hebben jij en ik elkaar beter leren kennen. Ik was de testamentair executeur van Zoltin en jij bood je aan om met mij en een paar anderen te kijken wat er met het overgebleven werk van Zoltin moest gebeuren. Samen met Dirk van Ginkel, Machteld van Buren, Peter van Lier, Ingrid Blans zijn we daarmee aan het werk gegaan.

    En ook in dat traject kwamen diezelfde eigenschappen naar voren. Ook al was je al bijna 80 je was één waterval aan ideen, initiatieven, mensen die je kende en die je benaderde. En het was daarbij steeds aanpakken, erop af. Je hebt je zelf wel eens de eeuwige optimist genoemd en het aardige is natuurlijk dat dat soms ook een self full filling prophecy is. We hebben prachtige plannen gesmeed waarbij sommigen ook bijna uitkwamen. Jammer genoeg kwam Corona ertussen en liep het allemaal anders. Maar ik ben je toen enorm gaan waarderen in je energie en in je dynamiek. 

    Bovendien verliep het ook wat om een andere reden en dat vind ik toch ook bijzonder. Na een leven lang als galeriehouder dienstbaar te zijn geweest aan de kunst ging je zelf kunst maken. Je werd notabene op je 80 ste nog kunstenaar (om over durven te spreken!) Ik heb daar veel respect voor. Gewoon doorgaan met dingen die je aan je hart gaan. Je werd kunstenaar en daarom zijn we hier.

    En ook dat deed je met volle inzet en met in achtneming van de persoon die je bent. De trefwoorden die bij jou als persoon passen zijn: initiatiefrijk, durf, levenslust, plezier in wat zich aandient, aanpakken, doen, niet te lang aarzelen maar kijken of iets werkt, trial and error. En steeds; hetgeen op je pad komt benuttend. En het aardige is dat je naar mijn idee precies die eigenschappen ziet in jouw werk zoals je dat de afgelopen 3 a 4 jaren hebt gemaakt en zoals we dat hier kunnen zien. 

    Daarover nog een paar woorden. Allereerst een paar dingen die ik lees. De tentoonstellingstekst van Marcel en Birgit luidt als volgt. VERSCHIET.  Gevonden materialen, lichte sigarenkistjes, zware plakken lood, acrylverf. Nanky de Vreeze verbeeldt met minimale middelen haar waarnemingen. In het landschap ontdekt ze steeds nieuwe mogelijkheden. De weidse horizon, de wolkenluchten, het strenge perspectief van braakliggend grond in de winter en de liefelijke sfeer van de zomer worden in haar handen tot visuele poëzie. Haar grondstoffen met hun geschiedenis transformeert ze tot een abstract vergezicht op handzaam formaat.

    Op je website kom ik een vergelijkbare tekst tegen waarbij het Zeeuwse landschap als bepalende factor wordt genoemd. Ik citeer: “het wijdse Zeeuwse landschap in al zijn variaties blijft mijn grote inspiratiebron. Onafhankelijk van de seizoenen houd ik van de strakke lijnen door de akkers, de boomgaarden, de vele dijken die er zijn, de omhoogrijkende populieren, het kanaal”. En ook: “In het verbeelden van mijn Zeeland blijf ik gebruik maken van gevonden materiaal, materiaal dat iets met mij doet, een geschiedenis heeft van waaruit ik verder trek”. En in de tekst bij jouw boek met de titel ‘verbeelding’ komt óók dat Zeeuwse landschap weer naar voren.

    Ik ga mij nu op glas ijs begeven, maar ergens voelt dat voor mij een beetje te eenduidig.

    Je wordt naar mijn smaak te veel in een hokje van de Zeeuwse landschapskunstenaar geduwd. Ik heb daar, moet ik eerlijk zeggen, een wat ongemakkelijk gevoel over. Voor mij past dat niet volledig bij wie jij bent. Want volgens mij is het dus niet zo van: Nu zie ik het landschap en dat is mijn Zeeuws landschap, alsof je hier je hele leven al gewoond hebt, en daar wil ik wat mee. Het is volgens mij veel meer: ik zie allerlei spannende materialen met hun eigen schoonheid, ze liggen voor het oprapen, en daar doe ik wat mee. En wat je er mee doet kan ingegeven zijn – natuurlijk waarom niet – door landschappelijke associaties met Zeeland, maar ook door herinneringen aan Amsterdam / de grote stad waar je ook gewoond hebt, of aan Frankrijk, of aan Itsura, dat Noorse eiland waar je dochter woont.

    Maar misschien komen jouw associaties nog wel het meest door al die beelden die je in 50 tot 60 jaar galerie houderschap aan je voorbij getrokken zijn. Je hebt een wereld aan beeldmateriaal tot je beschikking. Je harde schijf hierboven zit boordevol. Er zijn zoveel mogelijkheden om de associaties die je hebt verder te brengen. En dat is vooral wat ik zie. Het is heel veel. Het is heel verrassend. Het is niet voorspelbaar. Je laat je leiden door wat zich aandient, daarin durf je steeds nieuwe combinaties te maken.In dat hele spel zit volgens mij ook de kern van je plezier. Dat het gelukt is of lijkt te gaan lukken. En dat plezier breng je ook over op de kijker, in ieder geval op mij. Het is spannend en associatief werk.

     

    En …het is volgens mij veel meer dan alleen het Zeeuwse landschap. 

    1 april: Dolph Kessler opent de duo-tentoonstelling van Peggy Geway en Nanky de Vreeze

    PEGGY

    OK, dat was Nanky. Nu stap ik over naar Peggy Geway. 

    En, ja Peggy, je moet mij maar niet kwalijk nemen, ik kan bij jou niet zo’n zelfde verhaal houden als bij Nanky. Ik ken je niet, ik heb nog nooit met je gesproken. Dus het wordt lastig. Maar mijn vertrekpunt is helder: je neemt jezelf mee in alles wat je doet. Dus jij neemt in je beeldend werk wat je hier laat zien ook je zelf mee. En daar ga ik nu wat over proberen te zeggen.

    Eerst maar een poging buiten je werk om een indruk van jou te krijgen. Het internet geeft een paar aanwijzingen. 

    Je bent in 1954 geboren in Bandjarmasin (Kalimantan, het voormalige Borneo). Je hebt dus vermoedelijk een indische achtergrond. En je deed van 1979 tot 1984 de Academie Beeldende Kunsten in Kampen, je was 25 toen je begon. Je schreef (daar) een eindexamen scriptie over Paul Klee. Je bent dus al 40 jaar Beeldend kunstenaar.

    Je hebt volgens het internet in ieder geval één fan en dat is Klaas Mulder die op zijn blog in 2006 zes tekeningen van jou plaatste die toen in een tentoonstelling te zien waren. Ik vond dat overigens prachtige tekeningen maar dat terzijde over een tentoonstelling van 20 jaar geleden.

     Maar naast de blog van Klaas Mulder zijn er op het internet verder heel weinig afbeeldingen van je werk aanwezig. Je leidt, althans als Beeldend Kunstenaar, zo te zien een min of meer verborgen leven. Blijkbaar hoef je niet zo nodig naar buiten te treden. Of misschien mag ik ook wel zeggen: je bent een bescheiden mens. Alhoewel, ook hier glad ijs. Misschien zeg je straks wel tegen mij: “hou toch op man, ik heb 30 jaar een zieke moeder verpleegd, ik had echt geen tijd voor de kunst”.  Hoe het ook zij; het is daarom fijn dat Marcel en Birgit jouw werk hier tonen en dat we kennis kunnen maken met je werk.

    Ik laat nu het internet weer even los en zou nog een paar andere opmerkingen willen maken. Allereerst je bent eigenlijk het tegendeel van Nanky. Nanky is pas 4 jaar bezig en is overal te zien. Ze is aanwezig en ze is ambitieus. En jij bent al 40 jaar bezig, maar bescheiden en timmert niet aan de weg. 

    Maar ook als naar jullie werk kijk zie ik verschillen. 

    Eerst maar even de tentoonstellingstekst van Marcel en Birgit. Die luidt: “GROND. Het oppervlak, vaak in warme aardtinten, toont zacht en rul. Peggy Geway brengt het krijt in gelijkmatige lagen op. Geconcentreerd vormt ze een sobere, strakke rechthoek. Bijna bij toeval ontstaan combinaties met zwart papier. Het contrast tussen het subtiel tintelende krijt en het egale zwart schept een nieuw evenwicht. De rust is hier schijn, want de serene krijtvorm verbergt het zwart net niet, waardoor de compositie een intense spanning oproept en onderhuids iets lijkt te gaan gebeuren”. 

    Er is ook nog een tekst van jou zelf. Een paar citaten daaruit wil ik ook voorlezen.

    Citaat 1: In mijn atelier laat ik mij meevoeren door het werken zelf. Kijkend naar wat ik gemaakt heb, lettend op vorm, kleur, formaat, uitdrukking enz. verken ik gebieden en probeer uit te diepen waar mogelijk. Het is mijn manier om betekenis te “vangen”.

    Citaat 2: De samengestelde werken zijn ontstaan nadat ik het bericht kreeg dat het voortbestaan van ons atelierpand niet meer zeker was. Met een mogelijke verhuizing in het vooruitzicht besloot ik mijn werk eens door te akkeren om te bekijken wat ik niet meer nodig had. Er lagen op den duur veel stapels tekeningen en hoopjes gescheurd papier op de vloer. Mijn krijtvlakken had ik in mappen geselecteerd op kwaliteit. Ik legde één zo’n krijtvlak op een vel met drukinkt-probeersels. Het vlak bedekte de onderliggende vormen niet helemaal. Het beeld werkte: het bracht meteen mijn gedachten op gang. Achter de vlakken leek zich iets af te spelen. Maar wat was het? Waarom is het verborgen? “De dingen achter de dingen” vond ik een mooie gedachte bij dit beeld. “Alles heeft een geschiedenis” of heeft een “gelaagde betekenis”. Dit was het begin van een serie werken.

    Ik eindig met Citaat 3. “Ik zag dat het een zoektocht was naar stilte. Hoe stil kan het worden. Gaandeweg zag ik dat het ging om meer, namelijk : aandacht, concentratie, intensiteit, soberheid, eenvoud, bescheidenheid en intimiteit. Ik was blij verrast.” 

    Dit laatste citaat nummer 3 stond niet aan het eind van je toelichting. Maar ik noem het wel als laatste omdat je daarmee – voor mij althans als openings redenaar – op een presenteerblaadje de elementen noemt die voor jou van belang zijn in je werk. En omdat je – mijn stelling – jezelf altijd meeneemt in alles wat je doet, verwacht ik dat het ook kenmerken zijn die bij jou als persoon passen. Ze komen per slot van rekening niet voor niets boven drijven. Bescheidenheid had ik al zelf ontdekt. De andere kenmerken neem ik graag voor relevant aan. Ik noem ze nog even: aandacht, concentratie, intensiteit, soberheid, eenvoud, en intimiteit. Ze kloppen in ieder geval naar wat ik zie in je werk en hoe ik mij voorstel dat je bezig bent in je atelier. Je denkt er duidelijk bij na. Het is daarmee ook bedachtzaam werk. Het raakt bijna aan een conceptuele aanpak. Het is wel intuitief maar niet impulsief. Het is niet zoals bij Nanky uitbundig maar het is ingetogen. 

    Ik wil overigens wel eerlijk toegeven dat ik er in het begin niet zo veel mee had en dat ik die 6 tekeningen uit de blog van Klaas Mulder in 2006 eigenlijk spannender vond. Maar die eerste indruk ben ik langzamerhand aan het herzien. Ze worden voor mij, de tekeningen dus die hier achter mij te zien zijn, interessanter. 

    Zeker nadat ik een associatie kreeg waardoor ik er ook een beetje anders naar ging kijken. Met die associatie begeef ik mij alweer op glad ijs maar ik ga deze toch maar verwoorden. Want ik dacht bij mezelf misschien zijn ze ook wel te bekijken als ware het zelfportretten. Peggy Geway laat zich niet zo makkelijk zien, laat zich niet zo makkelijk kennen, je blijft liever op de achtergrond. En bij jou is het niet zoals dat bij Nanky wel het geval is: what you see is what you get. Maar bij jou zit er volgens mij een hele wereld achter. En die wereld blijft in het algemeen buiten beeld. Dat zijn de grote rechthoeken en daarachter zijn steeds kleine verschillende stukjes Peggy te zien. De dingen achter de dingen. De persoon achter de eerste indruk die zich niet zo makkelijk toont aan de wereld om haar heen.

    Goed tot zover. Het wordt tijd om af te ronden. Het wordt tijd om de tentoonstelling met eigen ogen te gaan bekijken. Het is een mooie tentoonstelling met twee interessante kunstenaars. Geniet ervan want er is veel te zien.

    Maar voordat het zover is moeten altijd eerst de volgende woorden gezegd worden zonder dat wij niet verder kunnen gaan.  En dat zijn de volgende woorden: bij deze verklaar ik de tentoonstelling voor geopend.

    Ik dank jullie wel!

    Dolph Kessler

    1 april: de opening. Ontmoeting Peggy Geway en Nanky de Vreeze in Kunstlokaal №8

    Hét moment…
    Nadat alle (!) gasten ruim een uur in spanning hebben gewacht op de komst van Nanky, die om tien uur vroeg uit Middelburg vertrok en meermaals misleid werd wegens wegwerkzaamheden, dan toch nog binnenviel toen Dolph al reeds halverwege zijn spreekbeurt versproken had, mocht Marcel eindelijk de beide exposanten aan elkaar voorstellen. Het was ons allemaal een waar genoegen!